Lowlands 2023 – Vrijdag

Lowlands, vrijdag 18 augustus 2023

Ruim voor de eerste act begint, schuifelen we met honderden richting ingang. De tentjes laten geen grassprietje meer staan, enkel op de plaatsen waar een partytent verrijst. En daaronder heeft elke groep zijn eigen pleintje waar de één een biertje pakt en de ander zijn tanden poetst. De campings waren donderdag vanaf 9.00 uur al open en we snappen dat dit files heeft veroorzaakt gezien er inmiddels al 4 campings vol staan. Het ziet er nu al uitgewoond uit, met de maaltijd van gisteren nog op tafel en het overige gras bedekt met blikjes en afval. Aan de bezoekers is het niet af te zien, die zien er op en top gestyled uit. Een festivalletje doen lijkt de hele dag wel op een avondje stappen, of clubben. 

Christian Lee Hudson speelt gitaarliedjes met hele lappen tekst. Hij doet dat in zijn eentje, deze singer-songwriter. Het is wat zoet, maar als je hem hoort praten zit er ook wel de nodige humor en zelfspot bij. Hij zegt dat een aantal liedjes gaat over hoe je van je baan afkomt en geeft een van de eenvoudigste methodes bloot: het telefoonnummer van je baas blokkeren.

Bij S10 is het volume van de pratende menigte al indrukwekkend, laat staan het gejoel als ze op komt. Tot we haar songfestival hit horen, heeft ze elke associatie met songfestivalliedjes van zich afgeschud. De drums zijn vet en dat is de hartslag waaromheen ze de melodieën 'Zondagskind' en 'Maria' speelt. Haar eigen manier van zingen valt op, er zitten zelfs wat oosterse invloeden in. Haar looks, tattoo en goede boots ook, zijn erg rock n roll. We horen bekende melodieën van de radio en Joep Beuving staat S10 bij als ze bijna a capella haar songfestival hit 'De Diepte' inzet. De zaal is vol en achteraan op het veld trekt de 26-jarige KennyHoopla wat bezoekers weg met zijn rauwe en energieke inzet. De man heeft constant zijn naam op het grote scherm staan en speelt een soort punk rock die het best is als de gitaar een zware muur van geluid neerzet onder de melodieuze zanglijnen. Joost (geschminkt als clown)  maakt op ons geen indruk, gezien hij niet behoort tot onze favoriete zangers. Echter, hoe het hele festivalpubliek met 3 km per uur beweegt van west naar oost als een ware volksverhuizing is wel indrukwekkend. Joost pakt ze in met stukken muziek van anderen ('Billy Jean' en 'Sweet Dreams') met zijn enthousiasme, aanstekelijke muziek en no nonsense attitude (“Steek je middelvinger omhoog als je wachten ook zo haat - fuck wachten”). We horen invloeden uit het Charly Lownoise & Mental Theo tijdperk en zien dansen die regelrecht uit de jaren negentig housescene komen. 

Via de psychedelische sound van The Haunted Youth komen we bij het Zweedse First Aid Kit. De twee jonge zussen met gitaar zien er fleurig uit in hun gekleurde gewaden en witte boots. Deze muziek is best poppy, een beetje folk maar hoe langer we er naar luisteren hoe meer het toch echt country is. De samenzang is sterk en zonder op dat moment te weten dat het bandje Zweeds is, horen we toch een link met ABBA. Maar vooral country, wat te horen is aan de snik in de stemmen (gelukkig niet te prominent aanwezig). Ze zetten zich dan echt neer als countryband met een dikke streep eronder door Willie Nelson’s 'On the Road Again' te coveren. 

First Aid Kit biedt wel meer dan een countryband met mooie samenzang. Het nummer met de regel "Why do I keep dreaming of you, it is all because of my rebel heart”, is gevoelig gezongen. Ook het nummer, ‘The Lion’s Roar’ is erg mooi. Ze kleuren het nummer, wat gedragen wordt door de akoestische gitaar, rijkelijk in met een tegendraads ritme. Het warme zomerweer maakt het niet lastig om je even te wanen op een countryfestival in Texas of Louisiana. Het veld naast de tent zit helemaal vol met luisteraars.

In de Lima tent gebeuren hele andere dingen; duistere experimentele geluiden. Een man op gitaar (denk aan noise, grunge) gaat er nogal in op en de zangeres met een pretentieloze sound zingt lekker losjes. Het is interessant of vaag, maar in elk geval een beetje vreemd vinden we, deze Water From Your Eyes uit Brooklyn. Ook experimenteel, maar dan in de zin van niks is wat het lijkt, is Mother Mother. Het decor en de kleuren op het podium zeggen heavy metal. Maar de zanger / gitarist gaat rappen en twee zangeressen zingen zo catchy dat de refreintjes zo een K3 hit in kunnen. En een van de twee zal niet misstaan als juf van groep 3. De bas en drums rollen dan wel zoals in een echte metal band. Wat de twee dj’s uit Belfast doen met Bicep (live) ziet er heel serieus uit en zorgt voor erg veel publiek. Deze dansmuziek is ook prima te pruimen als luistermuziek. In die zin dan dat het niet saai is en elke keer weer net even anders klinkt. Zo word je meegevoerd in de diepere lagen van elektronische muziek. De beats zijn vet en laten minstens zo'n indrukwekkende footprint achter als de rook uitstoot van een Rammstein concert. Niet te vergelijken met Joost en wat meer gelaagd dan Underworld, die later een dansshow geeft. Overigens hier ook mooie visuals met handen, op het grote scherm. 

Nothing But Thieves mag rekenen op veel fans. De zanger heeft twee stemmen, een hoog en een laag. Het talent komt naar voren in het eerste nieuwe nummer, dat wordt ingezet met zijn kopstem. Het refrein is ook met de kopstem en de band stuwt en rockt als een trein. Aan het einde wordt de track nog vetter en smeriger met de zware gitaar.  Het publiek zingt het eerste couplet van de hit 'Sorry’. Zijn stemgeluid en stijl heeft elementen van Bush, Kings of Leon maar ook Muse. Het gaat dan vooral om een diepe dramatische onderlaag die de nummers draagt. Dat de melodieën soms ronduit prachtig zijn wisten we al wel, maar live 'Impossible' horen is best indrukwekkend. Het blijft rockmuziek maar het is hier bijna symfonisch. De teksten in het refrein (“I could drown myself in someone like you, I could dive so deep I never come out”.) blijven hangen omdat ze wonderschoon zijn. Het past dat aan het einde een dame liefdevol wordt getroost door twee meiden. De riffs in 'Amsterdam' zijn zo vet en strak dat we even denken aan Queens of the Stone Age.

Underworld uit Wales maakt al sinds 1986 muziek. Door wisselingen in de bezetting is de band uitgegroeid tot een grote dance-act. Het knalt en knettert wel behoorlijk in de Alpha tent. John Coffey doet dat ook, maar dan even anders. Het knalt, beukt en schreeuwt en serveert alles gelijk in één keer. Dus de moshpit ontstaat gelijk waar het publiek los gaat. De bandleider wordt letterlijk op handen gedragen en barst van de energie.

©  Marten Siegers

 

 

Marten Siegers
Recensent