The Temper Trap in Paradiso, 14-12-2016

De perfecte soundtrack voor het leven

 

Het heeft lang geduurd, maar uiteindelijk is de show van The Temper Trap dan toch uitverkocht vanavond. Als de deuren open gaan, staat er een bescheiden rij mensen op de stoep maar binnen voelt het nog akelig leeg. Als het rond half acht bijna tijd is voor support act Blupaint is de zaal al wat voller, maar nog veel toeschouwers hebben meer aandacht voor hun telefoon dan voor iets anders. Terwijl er nog volop selfies gemaakt worden, komt Bluepaint het podium op. Na een aarzelend applausje van degenen die wel op staan te letten, breekt de Nederlandse band los. De vier jongens maken toegankelijke, aanstekelijke indie pop/rock, naar eigen zeggen geïnspireerd door o.a. Kings of Leon en The 1975. Dit laatste horen we vanavond duidelijk terug: vrolijk klinkende nummers met een wat treurige ondertoon waarbij er flink wat gitaargeluid komt kijken. Hoewel we na de winterkou wel ontdooien door Bluepaint, worden we er niet helemaal warm van. Begrijp ons niet verkeerd; de jongens spelen goed, klinken gezellig en dansbaar, maar de nummers grijpen ons niet echt. Toch zien we deze band graag nog een keer terug voor een herkansing, maar dan graag op een festival met de zon op onze koppies.

Paradiso wordt voller en het geroezemoes zwelt aan als het podium klaargemaakt wordt voor The Temper Trap. Terwijl het publiek staat te trappelen, wordt ruim de tijd genomen om niet zozeer materiaal klaar te zetten, maar om vooral veel weg te halen: het podium wordt leger en leger totdat tegen de achterwand slechts wat versterkers en een drumstel en helemaal voorin aan de rand drie microfoons, een keyboard en geavanceerd uitziende effectpedalen. Om kwart voor negen komen wederom vier heren het podium op en zonder verdere omhaal wordt het opzwepende drumritme van ‘Thick as Thieves’ ingezet. De relaxte houding van de Australiërs, de direct rake tonen die aangeslagen worden en de grap die we op de setlist zien staan – “ass” in plaats van “as” – maakt dat we meteen volledig ontdooien en de temperatuur in Paradiso stijgt al snel enkele graden. Na de naadloze overgang naar het oudere ‘Love Lost’ gaat het dak er al bijna af; het publiek reageert uitbundig en ook wij kunnen bij dit heerlijk zuiver klinkende nummer een glimlach niet tegenhouden.

Tijdens het eveneens uit de beginjaren daterende ‘Down River’ schieten we in de lach door de maffe danspasjes van bassist Jonathon Aherne. Deze heeft zijn instrument ook zo hoog voor zijn middel hangen vergeleken met de rest dat het er sowieso ietwat komisch uitziet. Eigenlijk hebben alle vier de muzikanten iets eigens waardoor ze niet bij de rest passen, maar juist deze niet-eenheid maakt van de band een kloppend geheel. Als zanger Dougy Mandagi vervolgens de mist in Amsterdam die wij ’s ochtends nog zo irritant vonden als “romantisch” beschrijft, zijn wij om. The Temper Trap wurmt zich op een zachte maar indringende manier je systeem in en we denken niet dat we ze er ooit nog uitkrijgen – niet als hun muziek zo blijft zoals we deze hier in Paradiso horen: loepzuiver, warm en afwisselend energiek en rustig.

De nummers die de revue passeren zijn grotendeels te vinden op het nieuwste album ‘Thick as Thieves’ zoals achter elkaar het up tempo ‘Fall Together’ en ‘Burn’ waarin het karakteristieke slepende geluid van de band nog goed te horen is. Dit wordt mooi afgewisseld met het rustige ‘Trembling Hands’ en ‘Rabbit Hole’ uit 2012 waardoor in Paradiso een zwoele sfeer met hier en daar een dreigend mysterieuze ondertoon ontstaat. Het roer wordt 180 graden omgegooid als het vrolijke “wooooheeeeyooooheeeyoooo” uit ‘So Much Sky’ de ruimte door schalt. Deze abrupte omslag haalt ons even uit de roes waarin we terecht gekomen waren – ineens luisteren we naar een super catchy, meezingbaar festivalliedje in plaats van dat typische The Temper Trap geluid. Natuurlijk is dat karakteristieke hier en daar nog te herkennen, maar dit nummer gaat richting dertien in een dozijn en dat is iets wat deze band verder zeker weten niet is!

Tijdens ‘Summer’s Almost Gone’ denken we enkele minuten lang alleen maar terug aan warme zomerdagen en eigenlijk gebeurt dit bij vrijwel elk nummer vanavond. The Temper Trap biedt de perfecte soundtrack voor het leven – vrolijk, treurig, melancholisch, intiem en zo kunnen we nog wel wat uiteenlopende kernwoorden aan deze band toeschrijven. Voor we het weten zijn we na ‘Resurrection’ en ‘Alive’ aangekomen bij de afsluiter ‘Drum Song’ waarbij zanger Mandagi los gaat op een floor tom waarover hij water giet. De opspattende druppels worden met gejuich begroet, maar na dit korte opzwepende einde verdwijnt de band en blijven de toeschouwers schreeuwend voor meer achter terwijl op het podium snel een doekje over de vloer gehaald wordt. Dit zou kunnen betekenen dat… Ja natuurlijk komen de heren nog terug! Na een babbeltje en bedankje mogen we nog even blijven genieten.

De toegift is echter vrij tam met achtereenvolgens ‘Soldier On’, ‘What If I’m Wrong’ en de uiteindelijk wat hardere cover ‘Multi-Love’ (origineel van Unknown Mortal Orchestra). Een redelijke stroom begeeft zich alvast richting uitgang, maar wij wachten op dat ene nummer waarvan we vrij zeker weten dat dit er aan zit te komen. En jawel hoor, het nummer waarmee de band doorbrak in 2009 wordt ingezet en ontvangen met gejuich en geklap. ‘Sweet Disposition’ is de voor de hand liggende afsluiter, maar we vergeven ze het cliché want het is wel een fijne afsluiter. Nog een keer applaudisseren, dansen en juichen op deze avond waarbij je makkelijk alles om je heen vergeet – de datum, de tijd en de kou buiten waar we dan uiteindelijk toch weer aan moeten geloven. Zo’n avond waarop er in je brein en je lijf alleen maar ruimte is voor muziek.

© Céline Claassens | All Rights Reserved

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *