Rufus Wainwright en Amsterdam Sinfonietta in Het Concertgebouw, 10-01-2023

Rufus Wainright glittert met het Amsterdams Sinfonietta in het prestigieuze Concertgebouw 


Wie wel eens in het Concertgebouw in Amsterdam is geweest herkent zich in het koninklijke gevoel dat tot je komt zodra je het gebouw binnenloopt.
Er is sprake van een zekere deftigheid in het pand met rood beklede trappen en personeel in schorten en lakschoenen.

De meeste concerten die worden gegeven in het Concertgebouw duren zo’n anderhalf uur waarbij gewenst is dat je zo min mogelijk geluid maakt of een teken van leven geeft. Bij de meeste klassieke concerten wordt er bijvoorbeeld vaak niet eens geklapt tot het einde van het concert.

En dan is daar Rufus Wainwright. In samenwerking met het Amsterdams Sinfonietta tourt hij door Nederland met de show ‘Devils and Angels’. In het programmaboekje staat ‘Breder dan Klassiek’. Dat is zacht uitgedrukt.

Zodra het Sinfonietta de eerste klanken inzet van Princes “Raspberry Barret” openen de gordijnen achter het podium en komt Wainwright in een glitterjas en een spijkerbroek met scheuren van een lange trap naar beneden gerend.

En dan is de toon gezet. Vrijwel meteen na het eerste nummer begint Wainwright dan ook een tikkeltje hysterisch te vertellen en weet je dat we alle etiquette overboord kunnen gooien en dat er geademd mag worden tijdens deze show.

Er volgt een hele afwisselende set van eigen songs van Wainwright en tussendoor odes aan zijn muzikale helden; zowel zijn beide ouders (Kate MCGarrigle & Loudon Wainwright III) worden geëerd met hun eigen nummers. 

Het Amsterdams Sinfonietta speelt hier feilloos in mee - van prachtige preludes van Bach naar het gebruiken van een viool als ukelele tijdens ‘Dead Skunk’ (Loudon Wainwright III) - ze zijn er voor te porren. Candida Thompson, de hoofdviolist en tevens leider van het Sinfonietta steelt de show in een blauwe glitterbroek met sierlijke bewegingen en totale overgave.

Daarnaast volgt de ene na de andere anekdote. Wainwright vertelt over zijn ervaringen met de Italiaanse opera in Milaan, waar hij samen met zijn moeder compleet buiten de toon viel omdat zij níét gekleed in diamanten naar een première kwamen. Ook Paul Simon komt aan bod. Vóór het nummer ‘American Tune’ wordt gespeeld, vertelt Wainwright uitgebreid over die keer dat hij met Simon op tour was en de show door hem werd stilgelegd omdat Wainwright de tekst niet uit zijn hoofd kende. 

Iets wat hem verder geen les heeft geleerd, want ook deze avond leest Wainwright bijna alles van papier. Hij vertelt ook dat hij zich daar voor schaamt, maar toch kan dat niet alle teleurstelling wegnemen. Als er bijna 2000 mensen komen kijken die allemaal zo’n vijf tientjes voor een kaartje betalen, zou je denken dat het minste wat je kunt doen wellicht het leren van de tekst is. 

Als de avond vordert kun je hem er toch weer voor vergeven want ondanks dat het programma nogal van links naar rechts gaat blijft Wainwright ongelooflijk steady en charismatisch. Hij breekt de deftige sfeer met zijn toverstaf vol glitter en probeert zich als een kameleon door alle muzikale stijlen heen te vlechten. Dat laatste is hem dan wellicht niet helemaal op het lijf geschreven; bij sommige nummers valt het op dat hij zich niet helemaal op zijn plek voelt en staat hij ietwat ongemakkelijk op het podium. Maar zodra hij achter de piano kruipt om ‘Going To A Town’ te spelen, vallen alle puzzelstukjes in elkaar. Daar zit een ongelooflijk getalenteerde songwriter en artiest. Daar is hij thuis - daar hoort hij. En wat zijn we geluksvogels dat we hem in deze setting live hebben mogen zien glitteren. 
 
© Lisa Rietveld | All Rights Reserved
 
 
Foto | Rufus Wainwright | Koninklijk Theater Carré | © Fotono Photography
 

Lisa Rietveld
Recensent