A Bowie Celebration in De Oosterpoort, 26-01-2019


Godzijdank geen coverband!

 

Deze groep muzikanten is geen coverband. Het zijn negen mensen die nauw betrokken zijn geweest bij de carrière van David Bowie, en waarvan de meesten direct met hem hebben samengewerkt. Aan het hoofd staat Mike Garson, de pianist van Bowie die van het clubje de meeste jaren in zijn gezelschap mocht vertoeven. Ook andere namen zijn opvallend of maken indruk: gitarist Earl Slick en diens zoon Lee John op drum. En op zang vanavond: Joe Sumner, zoon van Sting en achtergrond zanger van The Rolling Stones; Bernard Fowler, ook bekend als achtergrondzanger en tevens percussionist van The Stones en Corey Glover van Living Colour.

Godzijdank geen tribute band in de Oosterpoort dus, maar muzikanten die gewoon Bowie songs spelen. Dat is prettig want dan hoeft ‘t niet per sé het origineel te benaderen maar mag het een eigen versie zijn.

Mike Garson opent de show en begint gelijk te praten voordat iedereen in de zaal goed en wel zijn gespreksonderwerpen heeft afgerond. Hij introduceert Bernard Fowler en ze spelen het rustige nummer ‘Bring me the Disco King’. Dit nummer pakt niet, gezien het gekeuvel om ons heen. Opvallend is Garson’s pratende manier van zingen aan het eind van het nummer, zijn stem doet denken aan de verteller die ‘Thriller’ van Michael Jackson opent. Fowler besluit na deze serieuze opener klaar te zijn voor ‘n feestje, en het publiek stemt in met the party. ‘Rebel Rebel’ komt hard de zaal in en wordt enthousiast onthaalt. Waarom zijn ze hier eigenlijk niet de show mee gestart?

Gelijk valt op hoezeer Slick op een “Stone” lijkt, en hoeveel Joe Sumner op zijn pa lijkt. En Fowler is een imposante verschijning die mensen waarvan hij wenst dat ze klappen, ook aan het klappen krijgt. Hij zingt met zijn eigen stem en daarmee hoef je dus niks met Bowie te vergelijken. ‘Moonage Daydream’ laat hem als entertainer schitteren en loopt in de soep als de gitaar van Slick losgaat en verzandt in een schelle wall of sound. Vooraan is vanavond erg vooraan; de voeten van de muzikanten kun je aanraken. Het geluid is daar wel een stuk beter. Fowler is erg relaxed bij ‘Fame’, doet een dansje en glimlacht. Dat laatste valt bij meerdere bandleden op, ze hebben erg veel plezier. Er wordt inmiddels in de zaal een beetje geswingd, en gekletst nog immer.

Corey Glover pakt de microfoon over van Fowler en maakt indruk met ‘Young Americans’. Een goedgeklede grijsaard met hoedje die het publiek luid laat joelen na enorme uithalen. Daarna is het de beurt aan Joe Sumner. Ook hij is keurig in pak en heeft een bescheidenheid die hem siert. Qua stem, met Britse tongval, komt zijn stem het meest overeen met Bowie. Hij zingt prima, excelleert niet, maar laat ook niemand in de steek. Het feestje gaat zo verder langs het hele repertoire van Bowie, een enkele keer onderbroken door een toelichting van de pianist. De posities van leadzang en backing vocals worden tussen de drie zangers veel gewisseld en dat maakt de show dynamisch. Maar het mag gerust wat harder, vetter en viezer. ‘Lets Dance’ deed wat het moest doen en was heel erg dansbaar, lekker. ‘All the Young Dudes’ wordt een meedeinende meezinger.

Toch hebben we de vieze bijsmaak van Heel Holland Bakt, Heineken of Vrienden van Amstel Live niet kunnen wegspoelen. En waar dat nu van komt wordt ons langzaam helder. Deze lui willen een feestje bouwen. Niet zozeer een viering, ‘a celebration’, maar een feestje. En bij Bowie denken wij niet aan een feestje, maar aan muziek, een creatieve geestdrift, vernieuwing en experiment. Wat deze band wel doet is het entertainment dat ook in Bowie zat, overbrengen. En tevens het experiment. Want het heeft wel lef om dit met drie verschillende leadzangers te doen, wat leuk uitpakt, maar tevens het Amstel Live-gevoel fier overeind houdt. In de band menen we dat Corey Glover het meest op zijn plek is. Hij heeft wel wat van een gospelzanger, met die typische charme en de enorme uithalen liggen de songs hem verdomde goed. Hij floreert, en de band verder ook. ‘Ashes to Ashes’ en ‘Under Pressure’ (duet met Fowler) zijn hoogtepunten. Mooi meegenomen is dat we zien wat een respect de zangers voor elkaar hebben. En voor het publiek ook, want zij zijn degenen die opnames aan het maken zijn van deze entertainende show!

Thuis wacht ons een lekkere versie van Bowies ‘Moonage Daydream’, Live in Santa Monica ’72. Dat is eerstegraads rock ‘n roll. We besluiten dat we echt wel hebben genoten van A Bowie Celebration, waarin op een prima manier de Bowie songs werden gespeeld, maar van the man himself, worden we echt wild. Zijn energie is en blijft uniek.

© Marten Siegers | All Rights Reserved

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *