Welcome To The Village 2022 – Zaterdag

WTTV Zaterdag, chaotisch en zwaarmoedige muzikanten
 
Waar het team van WTTV doorgaans zo georganiseerd is dat overal vriendelijke burgermeesters de bezoeker te hulp schieten laat het zich nu van een andere kant zien. Er zijn er sowieso een stuk minder (zichtbaar) en het loopt gewoon niet gesmeerd. Dat zou kunnen komen door personeelstekorten, ziekte, de onwennige locatie of wellicht wat anders. Maar vervelend is het wel als je op de camping staat te wachten op een pendelbus die niet komt of veel te klein is. Eenzelfde probleem geldt voor de programmering. Er zijn lange soundchecks, er wordt veel geschoven en er is uitval van bands door ziekte waardoor je niet in een flow komt. Ze laten je zo 45 minuten wachten voor een gesloten zaaldeur terwijl de act dus een uur is verschoven. De euvels worden niet breed gecommuniceerd en dat is balen. Slechts een enkeling volgt de updates op de app.
 
De eerste act, Huub Prins & Bobby Choco, verschijnt niet, maar achteraf bleken ze dus in een zaaltje te staan. Maar goed, iedereen zit in de zon op het strand. Vulva in ons favoriete zaaltje Jeth klinkt zwaaaaar. De twee jonge meiden spelen in het wit. De bassiste speelt in bruidsjurk en de drummer zingt mooi hoog. De eerste baslijnen klinken al duister. De meiden spelen naar elkaar toe in opperste concentratie. De bas krijgt een vergruizer en dan gaat de stem van de drummer los als een schreeuwende punker maar dan harder en duivelser dan Marylin Manson. De muziek is doorgaans rustig maar wel luid en is zoals beloofd een stomp in je middenrif. Origineel duo.
 
De leden van NOTHING gaan er lekker in op. Het is een soort psychedelische punk. De tweestemmige melodieuze zang contrasteert enorm met noise. Het is hard en thema's als uitsterving en mislukking worden ook muzikaal goed vertaald. De drummer speelt erg gepassioneerd. 
 
In Jeth speelt de 25-jarige Letse thecoolrapper. Een blondine, ook in het wit, rapt enorm veel tekst. Dat oogt bewondering als je zo veel tekst kan onthouden. Ze danst pseudo sensueel en krijgt het zaaltje stil als ze in haar act een kledingstuk opraapt. De shit, mindfuck en de fucks rijgen haar autobiografisch klinkende teksten aaneen. Muziek is loom, bijna loungeachtig. Ze noemt het zelf superdramatisch en intens en dat is het. 
Alice Phoebe Lou, ooit straatmuzikant in Berlijn, speelt de eerste song alleen op gitaar. De band mist de gitarist vanwege ziekte, maar dat maakt niet uit. Ze pakt je met haar performance en zeker met haar mooie stem die helder en zuiver is, met soms een rauw randje. Ze krijgt de zaal stil met haar teksten over aangeraakt worden en hunkering. Zwoel en een beetje Jazzy. Mensen dansen, de zaal is vol. 
Dool, spreek uit als in doolhof, is een Rotterdamse heavy rock / metal band van de klassieke soort. Een fantastische band om naar te kijken en dat doen mensen massaal. Er zullen weinig echte metalfans bij zitten want veel beweging krijgen ze niet los in de zaal. Wat ze wel krijgen is lof en bewondering. De band staat als een huis te rammen en te beuken en te headbangen zonder de stem van Raven te verpulveren. Het zweet en dampt op het podium en het loopt als een tierelier.
 
Er staan veel heavy bands en ernstige thema's geprogrammeerd. Doodswens en Helleruin, beide in Jeth, presenteren drums als machinegeweren. En dan heb je MEAU. De dame van de hit 'Dat heb Jij Gedaan' speelt voor een zittende zaal. Er wordt gewacht tot iedereen netjes zit en als de zaal bomvol zit krijg je 't gevoel er ook niet uit te mogen. Deze autonome 21-jarige komt het beste tot haar recht als ze alleen speelt en haar liedjes ook. Dan hoor je het lef van je kwetsbaar durven opstellen het beste. De band voegt niet zo veel toe wat ons betreft want erg spannend klinkt deze weinig spontane muziek niet. We zien ook weinig verbinding tussen MEAU haar teksten en de bandleden. Haar teksten, soms wel wat hakkelig als "Van deze pijn ga ik nog harder genezen" komen allemaal uit de koker van zelfreflectie, erkenning en schade. Zelfs als de pijn al weg is zingt ze er over. Maar het publiek is enthousiast gezien er gewoon gejoeld wordt. Er zitten zelfs kleine kinderen onder haar fans. Dat is opmerkelijk gezien er onder deze brave kwetsbare pop dezelfde zwaarte ligt dan bij de heavy bands.
 
We zijn een beetje bang dat de trend wordt doorgezet bij de band Kids with Buns als ze gelijk al begint met "There is a ghost where I sleep". Ook hier horen we muzikanten, twee jonge meiden, over isolatie en frustratie zingen. De stem kan ons niet bekoren en daarom verlaten we snel dit Vlaamse duo.
Ineens lijkt er een ander soort publiek te zijn gearriveerd als we de Brabantse hiphop van Ares even tot ons nemen. Het publiek is sowieso jonger. De vette bas en de directe teksten van deze jonge Brabantse rapper wordt enthousiast onthaalt. Dat had Alex Cameron uit Sidney ook wel gewild. Hij maakt een ondefinieerbaar soort popmuziek waarbij de slaggitaar overheerst en dat maakt het eentonig. Maar erger dan dat is dat de zanger niet overkomt. Hij mist connectie of heeft te veel connectie met zijn image. Zijn Brian Ferry-achtige presentatie kan het publiek er niet van weerhouden te praten door de muziek en door zijn praatjes heen. 
 
Upsammy, een uitvinder van geluid, speelt in een pikdonkere zaal met te weinig mensen. Ze rijgt elektronische muziek en organische geluiden aaneen. Er staan wel mensen te praten of te luisteren, maar de muziek komt niet goed uit, want origineel klinkt het wel. 
Pink Oculus trekt onze aandacht vanwege de ongewone opbouw van nummers en gebruik van stem. Ze kan zingen als Alicia Keys en rappen als Missy Elliot. De achtergrond zangers zijn erg goed. En het hele geluid is bijzonder;  bijvoorbeeld door een stuk muziek te maken met enkel drum en viool. Haar soort Spoken Word op enkel een raspje o.i.d. is prachtig; "No body can make it out there alone". Ze krijgt de zaal op momenten muisstil. Maar er gaan ook een groot aantal mensen vanaf de tweede track staan en dansen want de combinatie van Soul, Hiphop en Jazz maakt het overwegend swingend. Het is een erg levendige band.
 
De Staat is de gedroomde hoofdact van deze tiende editie van WTTV lezen we. Ze krijgen de zaal in de Grootegast vol. Er kan en mag niemand meer bij. Het publiek komt en wil deze band graag zien, te horen aan het onthaal als hij verschijnt. Zijn scheurende gitaar en zelfverzekerde stage-performance maken in combinatie met strakke ferme drums puntige rocktracks.
Met wat mooier weer, wat meer publiek en een werkloos buitenpodium is de zaterdag anders dan gisteren. Er is echter nogal wat chaos geweest waardoor de relaxte festival-feel maar mondjesmaat ervaren werd. Gelukkig biedt het strand, de zon en het prima eten soelaas. Daar was licht aan het einde van de tunnel en dat mocht ook wel gezien de zwaarte die menig artiest etaleert. De allerbeste was Dool wat ons betreft, gevolgd door de verrassende muziek van Pink Oculus. We verheugen ons op dat de energie gaat stromen morgen bij My Baby. 
 
© Marten Siegers