Best Kept Secret Festival 2018 – Vrijdag


Dramatisch optreden van Arctic Monkeys overschaduwt toch al matige dag

 

Ah, Best Kept Secret. Een aantal jaar geleden hét festival voor nieuwe en underground bands die niet alleen raar maar vooral ook heel goed waren. Dit is nog altijd aanwezig, maar weggemoffeld in een hoekje van het terrein, achter The Casbah waar je Village Coffee and Music vindt en pompende, trommelvliesscheurende (overigens een thema voor het hele weekend) rock ’n roll beats. Dit jaar doen ze toch mee met de hype van grote(re) namen (en dito publieksaantallen). Het fantastische goede en veelzijdige eten is gelukkig gebleven. Ook nog altijd cashless, maar nu gewoon saai met je eigen bankkaart. Volgens de organisatie minder gedoe met het terugkrijgen van je restbedragen, maar vermoedelijk is het voornamelijk voor hen gemakkelijker. De randprogrammering is her en der ook zeker interessant te noemen. Naast het geijkte 3voor12-podium, kun je daar ook Twister spelen. Ook vind je in de bossen een tent waar mantratekno en esoterisch voorlezen plaatsvindt en wordt er in The Hole naast burgers en wraps gegeten ook gewoon keihard gedanst. Wat het festival wel begrepen heeft is dat mensen veel behoefte hebben om te zitten; ze hebben dan ook elk jaar meer zithoekjes gecreëerd. Echt op het gemak zitten kun je niet: er zijn altijd kapers op de kust. Maar het is de gedachte die telt, niet waar?

Op vrijdag staat Future Islands in de vroege avond geprogrammeerd. De organisatie geeft hoog op over het vreemde gedrag van zanger Samuel Herring. En eerlijk is eerlijk, hij zou niet misstaan in een psychiatrische kliniek. Hij rolt over het podium, grunt, wappert met zijn armen als een gorilla en vervormd zijn gezicht in zoveel hoeken dat Jim Carrey er jaloers op zal zijn. “We’ve been doing this for a long time,” zegt hij op een gegeven moment, en eigenlijk is het ook best een ouwe lullen-band. Dat past dan wel weer bij het publiek, dat gemiddeld genomen de puberale leeftijd toch wel ernstig voorbij is. Eigenlijk is dit een band alsof de losers van de high school 50 jaar geleden per ongeluk goede muziek begonnen te maken en er dan nu mee toeren. Feitelijk is dat ook wat er is gebeurd: pas met het vierde album braken ze door. Stel je het stereotype van de high school loser voor en je hebt de bassist. Waarschijnlijk werd deze jongen zelfs op Bandcamp gepest. Neemt niet weg dat hij op stoïcijnse wijze een lekker deuntje pingelt.

Herring vertoont ondertussen nog altijd zijn capriolen, en vindt het ook opvallend leuk om elk liedje op te dragen aan iets of iemand. “This is a song for grandfathers, this is a song for the american dream, a song for the young ones…” De thematiek is eveneens belangrijk: “This is a song about the quiet times, about the changing world, about a man looking for his heart…

Een van de laatste nummers wordt, met Herring in tranen van de dankbaarheid voor het geweldige publiek, aan ons opgedragen: “And this song is for you”. Bedankt jongens. Geen hoogdravend optreden misschien (zeker ook mede door het geluid dat bar slecht was), maar zeker meer dan alleraardigst.

Van een totaal ander kaliber is …And You Will Know Us By The Trail Of Dead, die voor de gelegenheid hun album ‘Source Tags & Codes’ integraal spelen.

Mooie trage drums wisselen af met keiharde riffs, “you look so good so fine” met keiharde “fuck yous”. Frontman Conrad Keely perst zijn teksten er niet al te zuiver uit, maar blijkt dan wel weer een fantastische drummer te zijn als hij meermaals van plaats wisselt met drummer Jason Reece, die slechts een kleine verbetering op de zang is. Na de laatste wissel worden de stokjes in het publiek gegooid, volgt er een kop tegen kop moment (denk aan vechtende herten wiens geweien in elkaar verstrengeld zitten, met dito testosteron) tussen de bizar energieke bassist Autry Fulbright en Keely en wordt er hard “motherfucker” geroepen. Heel rock ‘n roll allemaal. En heeft iemand die roadie gezien die vanuit de coulissen drie papieren vliegtuigjes het publiek in smeet? Zou het een hit worden?

Dit was echt een lekker optreden, een pit incluis: krijsende, jankende, kermende, brullende gitaarmuziek pur sang. Geen gedoe, gewoon knallen.

Huidig wonderkind Naaz heeft een behoorlijk aardig timeslot weten te veroveren in de Three. Het meisje is vandaag 20 geworden, hieperdepiep hoera! Al snel blijkt dat ze de award voor beste nieuwkomer niet voor niks heeft gewonnen: ze is zeker getalenteerd. Duizenden meisjes ouder dan zij in het publiek dromen van een carrière als de hare. Ze speelt haar liedjes, uit haar dankbaarheid in de microfoon, wappert wat met haar haren en tuit haar lipjes terwijl ze laat horen wat ze waard is. En dat is een meisje dat in een droom leeft en die vrolijkheid en energie ongebreideld over het publiek uitstort. Het meest fantastische optreden ter wereld ooit? Neen, en het publiek in de tent rommelt ook te veel om de totaal ervaring heel aangenaam te maken, maar Naaz is absoluut geen verkeerde keuze qua programmering.

Deerhunter trakteert het publiek op een meer dan degelijke set. Prachtige muziek, perfect passend bij vallen van de avond. Dit is duidelijk een band van hoogstaande kwaliteit, hoewel het optreden zelf absoluut geen scherpe kantjes vertoont, en her en der zelfs wat ongemakkelijk aanvoelt. “How was your weekend” wordt er gevraagd, alsof we op een familiefeest naast die ene oom zitten waar we totaal niet mee kunnen communiceren. Ook een zeer eenvoudige opbouw in de nummers: intro, climax, outro. In totaal een optreden met weinig poeha, maar dankzij de algemene kwaliteit van de band komen ze er net mee weg. Maar, dat kapsel van Brandon Cox zou wel verboden moeten worden, goede muzikant of niet.

En dan de klapper waar iedereen de hele dag al op wacht en dat ook doet, want op een vijftigtal mensen na die te dronken zijn om nog iets te merken van het leven, staat iedereen bij Arctic Monkeys. Om meteen maar met de deur in huis te vallen: wat een ongelofelijk slap optreden. In het begin van de set spelen ze nog een aantal nummers lekker up-tempo, die het hele publiek uit volle borst meezingt en bij rondspringt. Maar naarmate het concert vordert, worden de gaten op de weide steeds pijnlijker en duidelijker. Zelfs hun grootste hit spelen ze traag, tam, mak en saai. Dit saaie optreden is veel te sloom voor een festivalpubliek dat al een hele dag op hen staat te wachten. Naast dat mensen weglopen, wordt er veel luidkeels geklaagd. Van een milde “God wat matig zeg” tot het echt gehoorde “wat een kutband”, en dat laatste van iemand die duidelijk fan was. De mensen die nog hoopvol zijn blijven staan, kreunen van teleurstelling als het eerste bisnummer een langzaam nieuw nummer van de nieuwe plaat blijkt te zijn. “Helden die van een sokkel vallen” mompelt een treurige hardcore fan, die met pijn in zijn hart dan nu toch echt het veld verlaat. Dan zetten ze als laatste nummer ‘R U Mine’ in, iets waarop duidelijk iedereen aan het wachten was. En het niet waar: zelfs dat wordt met een traagheid gespeeld waardoor zelfs je oma van 117 niet wakker zou worden. Allicht dat het een deel van het publiek wel heeft weten te bekoren (er klinkt tenslotte nog altijd applaus), maar voor een publiekslieveling is dit wel heel flauw allemaal. Daar helpt een gladde Alex Turner, die duidelijk zijn mosterd bij Nick Cave haalt, absoluut niets tegen. Boeh!

Neem dan Chvrches, die aansluitend in de Two staan. Lekker energiek en, ondanks dat Four en Five nog even doorgaan, een perfecte afsluiter om mee naar camping te dansen. Lauren Mayberry mag er dan uitzien als Wednesday Addams met haar frêle lijfje, zwarte netkousen, zwarte petticoat en zwarte glitter make-up, ze laat er geen twijfel over bestaan dat zij de reden is dat deze electroband zo’n succes is. Als zij achter de toetsen kruipt om het podium aan de toetsenist te geven, is het tenenkrommend duidelijk dat dat een verkeerde keuze was. Als Mayberry terug aan het roer staat wordt er dan ook opgelucht opnieuw gedanst en gesprongen. Ook nu staat het geluid weer veel te hard en is het zelfs met oordoppen nauwelijks te doen, maar Chvrches weet hoe ze een tent in beweging moeten krijgen en houden. Ook rustiger nummers als ‘The Mother We Share’ komen perfect uit de verf. Ze weten dan ook helemaal de nare smaak van die ene band, eh, hoe heten ze ook alweer, he, ze stonden net op One, weg te spoelen. Fantastisch.

 © Annelies Omvlee | All Rights Reserved

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *