Yungblud in Vera, 12-01-2019

Fucking incredible

 

Normaal gesproken heb je een gradatie van enthousiasme voor het voorprogramma, en een grotere vorm van enthousiasme voor de hoofdact. Dat is in dit geval ook zo. Hier is echter het enthousiasme dat je normaal gesproken ziet bij de hoofdact alvast voor het voorprogramma. Waar kom je qua enthousiasme en energie dan uit bij de hoofdact? Bij Yungblud, hoofdact met een aantal sterren dat tot buiten de range reikt.

Het is leuk wachten op dit uitverkochte feest voor Vera in Groningen. We houden niet van rijen, maar het tempo waarmee Vera haar publiek in fases naar binnen hapt is acceptabel, en dat we een toeristische attractie zijn voor twee drinkende studenten in een bovenwoning aan de overkant is erg geestig. Het voorprogramma, The Vices, speelt snel en luid. Het klinkt Brits, maar is Gronings. De band is eind 2018 opgericht vanuit Ten Years Today. Erg jonge gasten die het publiek laten joelen vanwege hun energie en oprechtheid. Het is een beetje ska, een beetje Breeders en vooral gewoon vlammen. Jonge meiden van onder de twintig stromen binnen in hoge broeken zonder riem, bij voorkeur in tweetallen.

Na een lang intermezzo waarbij iedereen geleidelijk aan zijn houding meer en meer richting podium wendt, komt Yungblud niet op. Hij zet wel tekst in, achter een donker podium, klinkend als poëzie. Het publiek gilt terwijl er niks te zien is. Geen wonder want een aantal heeft vanaf elf uur vanmorgen voor de deur gelegen in de hoop een meet-and-greet met deze 21-jarige muzikant te kunnen verorberen. Stuiterend en drank of water spuwend komt hij op en het lijkt wel een soort Johnny Rotten, niet een kopie maar een verdomd origineel exemplaar, dat hier losgaat! Associaties met Rage Against the Machine hebben we. Die zijn tekstueel maar ook wat riffs betreft. Hij rapt, de muziek stuwt en beukt. Hij heeft een ongekend charisma; als hij springt dan springen de mensen, als hij zwijgt worden zijn zinnen afgemaakt. Er zijn geen regels en bijna geen instructies, het is organisch.

‘I love you, will you marry me’ is ska-achtig. Iedereen zingt het refrein mee, wat erg aanstekelijk is. Yungblud verrast met een lekker, bijna vunzig stukje gitaarspel, om vervolgens weer het publiek toe te zingen dat met de handen omhoog het nummer absorbeert. Hij roept oprecht “It’s getting hot in here, take of all your clothes”, maar deze energie gaat nog geen half uur standhouden. Veel afwisseling, beukend gitaarwerk, raps, gelikte refreinen en whoo-hoo koortjes die het weer poppy maken. Alles loeihard, energiek en snel. Van het podium tot aan de bar, iedereen is nederig, iedereen doet mee, springend en dansend. Terwijl hij rondloopt als een asielhond in een te klein hok, smijt de zanger zijn teksten recht in je muil, en de voorste rijen zingen alles mee. De vierde song is Prodigy-achtig en schijnbaar weet het publiek dat je dan je handen heel rap in de lucht steekt en van links naar rechts mee deint, hoekig, rap en gelijk. Hoe kan dit?

Bij ‘Anarchist’ staan we vooraan, pas dan is te zien hoe veel mensen zijn opgenomen in de club die Yungblud adoreert. Hij geniet oprecht van het enthousiasme en neemt de tijd het gejoel, gegil en gejuich in zich op te nemen. Hij omschrijft meerdere keren wat het met hem doet, maar het is vooral erg zichtbaar. Deze jongen geeft en ontvangt, en die wisselwerking doet zowel artiest als publiek naar grotere hoogten rijzen. Bij Yungblud in Vera kan je je inbeelden hoe The Beatles in de jaren zestig hebben moeten spelen voor een muur van gegil waarbij je jezelf niet kan horen praten, en denken nog maar amper. De band is wel goed te horen, maar Yungblud is zo fascinerend dat we de hele band maar nauwelijks hebben gezien. Het is een hoop “fuckin’” wat hij brengt, maar ook een hoop statements. Als niet-fan word je op het verkeerde been gezet als je ziet dat er ineens een hoop mobieltjes de lucht ingaan en denkt ‘O dit gaan ze massaal fotograferen’. Vervolgens bedenk je dat het moet gaan om een rustig nummer waarmee mobieltjes aanstekers vervangen. En tenslotte is het helder dat het een statement is gezien er roze hartjes voor de mobieltjes worden gehouden.

Het is maatschappijkritisch wat hij brengt en vooral; het wordt begrepen. Het publiek vreet alles, de kolder van een ruksessie, de regenboogvlag als cape, de moordneigingen in lyrics. Yungblud is een optimistisch joch en een genadeloze criticaster. Afgrijzen hoeft niet te worden afgelezen aan zijn mimiek, het is zo ook wel helder. Yungblud incasseert en deelt uit. Hij is onder de indruk: “You are fucking incredible man!”, en dat is waar. We kunnen geen mens spotten die niet in de handen klapt als hij vraagt “Clap your hands” in het buitengewoon originele ‘California’, waarin hij liever de drukte ruimte geeft dan verdooft met Ritalin. Hij speelt gitaar letterlijk boven op het publiek en ramt deze vervolgens on stage tegen de vlakte. Na de toegift geeft hij nog meer. Deze jongen blijft dus echt wel langer dan een half uur energiek de agressieve maar zeker ook optimistische, verbindende lyrics in je bek smijten.

“I fucking love you so much”. En dat is wederzijds want hordes fans verlaten Vera met een brede grijns op hun gezichten. Wat achterblijft aan publiek is verbijsterd, drinkt een biertje met een glimlach en consumeert Beyoncé als een roomsoesje. We hebben nog niet eerder zo’n energieke bijna exploderende muzikant gezien. Nog nooit eerder een optreden waarbij publiek en artiest als één orgaan functioneert; het publiek weet wat het doen moet en dat verrast Yungblud keer op keer, waar hij nog energieker en fanatieker van wordt. Muzikaal rockend rappend en zingend rockend, fysiek stuiterend, mimiek krachtig, tekstueel scherp ongecensureerd en verbindend. Waanzinnig.

© Marten Siegers | All Rights Reserved

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *