The Last Internationale in Spot – De Oosterpoort, 01-03-2020

Soul on Fire

The Last Internationale bestaat uit Edgey Pires op gitaar en Delila Paz op bas en vocals. Ze vertolken met een enorme energie blues, rock en andere muzikale power stromingen. Met politieke en maatschappelijke thema’s als onderdrukking, machtsmisbruik, armoede en ga zo maar door. Dat Brad Wilk van Rage Against the Machine een tijdje mee drumde en ze het voorprogramma verzorgden van The Who en Robert Plant geeft een goede indruk van de muzikale koers van The Last Internationale. Op zijn minst zijn we nieuwsgierig. We verheugen ons op de show in de Binnenzaal van Spot- De Oosterpoort, een kleine zaal die wel eens binnenste buiten gekeerd zou kunnen worden.

Eerst luisteren we naar het Groningse ‘de Kat’. Sterke naam vinden we. Het in ‘De Zolder’ geboren bandje maakt psychedelische songs, heeft een stuiterende zanger met een hese stem en hij komt er goed mee weg. De eerste nummers gaan van loom naar spannend, naar chaos, naar een toffe jaren 80 U2 energie. Die laatste wordt beantwoord met “lekkere muziek!” rechts van ons en nog veel verder weg “lekker nummer”. Dat laatste vinden we vooral van de bluestrack waarin de zanger volume en overtuigingskracht krijgt.

The Last Internationale opent met een speech op band over “The Revolution will not be televised”. Paz trapt in haar eentje af met ‘Feeling Good’. Van begin af aan blijven we denken dat de stem thuishoort in een rijtje groten. Het is erg seventies, en erg Janis Joplin. Maar dan niet een poging, een echte. Ze staat geankerd op de Woodstock gronden en weet net als Joe Cocker elke cover naar een hoger plan tillen.

De gitarist leidt ons er soms wat bij vandaan met een show-performance die nogal aanwezig is; rondjes draaien, springen en met een arm zwaaien. Hij beweegt nog sneller dan zijn vingers op de gitaarhals doen. De sound die hij maakt is op zijn minst heerlijk, maar het vuurwerk zit meer in zijn houding dan in zijn spel. Samen met de bas van Paz is het echter wel groovy, vunzig, bluesy en bovenal energiek. Leuk, maar de ster is Paz. Om de simpele reden dat ze rock ’n roll is; ze zingt uit haar tenen, rauw, gevoelig, hard, gemeend en soms sensueel. Ze is blues als Joplin, soul als Beth Hart en een rock chic waar een Jack White een aanzoek niet van zou kunnen (of durven) weerstaan.

Met ‘Soul on Fire’, een song over vrouwen, kracht en misbruik bezorgt ze ons kippenvel. Zowel vocaal als muzikaal een hartverscheurend meesterwerkje. Het gevoelige ‘A Change is gonna Come’ van Sam Cooke brengt ze met zoveel overtuiging dat als ze hurkt midden in het publiek de hele zaal mee doet. De Chris Cornell cover, die ze solo speelt achter een keyboard, is echter nog sterker. Sterker omdat ze haar hele ziel erin legt. Zelfs de niet al te fraaie keyboard-sound maakt ze zwaar emotioneel geladen. Geen pratende toeschouwer haalt ons uit deze intense versie van ‘Like a Stone’. Het contrast met nummer daarop ‘Hard Times’ is heerlijk, daar er een gitaar scheurt als een motorzaag die naar benzine snakt. Nice job Pires! Bij de toegift mogen de mensen het podium op. Ze slaakt “Freedom” kreten.

Recensent Ralph-Hermen Huiskamp noteerde op Pinkpop 2018 al dat “De band iets ontbreekt” en dat een cover het hoogtepunt vormt. Ook hier is beide waar.  De zaal wordt niet binnenste buiten gekeerd. Of de sound vetter moet, er een meer duidelijke boodschap moet worden vertolkt in plaats van velen, of dat het publiek gewoon te oud is (no offence). We komen er niet uit. Echter helder is wel dat het in 2019 onafhankelijk geproduceerde album ‘Soul on Fire’ de lading van wat dit New Yorkse duo doet wel dekt, op het podium welteverstaan. Haar ziel staat in de brand, maar er zijn te weinig brandweermensen. Ze wordt nog niet op handen gedragen, maar dat komt.

© Marten Siegers

 

 

Marten Siegers
Recensent

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *