Steve Earle in Spot – De Oosterpoort, 03-06-2023

Eerlijk gezegd staan we niet te popelen om naar Steve Earle te gaan. De laatste cd viel in eerste instantie wat tegen en nu blijkt hij ook nog solo te spelen. Terwijl we zo houden van het elektrische en zware geluid van hem uit de tijd van 'Jerusalem' en zijn samenwerking met Lucinda Williams. Dus we hopen dat hij van dat album wat speelt en op z'n minst het nummer ‘Jerusalem', wat ons betreft het meest hoopgevend nummer over vrede met de mooiste tekstregels die je je kan voorstellen.

We worden aangenaam verrast door het voorprogramma. Roseanne Reid, een goede naam voor een Country / Americana artiest, speelt zeer ongepolijst haar liedjes. Ze komt uit Schotland en speelt Americana waarmee ze erg goed de geest van deze stroming uitdraagt. Het is eenvoudig, enkel zij en haar gitaar, puur en eerlijk, met een rauw randje. Geen poeha, pretenties, gewoon eigen liedjes. Ze speelt erg netjes op gitaar en tokkelt warme ritmes en persoonlijke teksten die soms ook erg pakkende refreintjes hebben. Laid back folk, wat ons doet denken aan Suzanne Vega. Met een bluesy afsluiter in 'I Love her So’, wachten we even op Steve Earle.

De man komt abrupt op en tikt in no time een aantal nummers weg. Dat klinkt achteloos, maar dat is het zeker niet. Earle heeft een reputatie wat betreft zijn maatschappelijke betrokkenheid en kritiek. Hij staat voor wat hij denkt en dat wordt zeker binnen conservatief Amerika hem niet altijd in dank afgenomen. De Shane MacGowen song ‘If I Should Fall from Grace with God’ pakt hij mee omdat als MacGowen het zelf zingt het niet goed te volgen is, dit oorlogslied. In het verlengde van dat thema laat hij in 'Devil's Right Hand' horen dat niemand de trekker kan overhalen zonder hulp van de duivel.

De korte songs komen via zijn vriend 'My Old Friend the Blues' en 'Guitar Town’ uit bij 'I Ain't ever Satisfied', waarin hij het publiek mee krijgt te zingen. Dat lukt hem later in de set niet. In het kwetsbaar maar zeer gemeende ‘City of Immigrants’ pleit hij voor gelijkwaardigheid door te stellen dat iedereen een immigrant is. Maar juist die tekst wordt niet meegezongen.

Earle zijn stem is zeer karakteristiek en herkenbaar en echt niet minder dan 20 jaar geleden. Zijn gitaarspel is fantastisch. Niet in de zin van spektakel, maar in de zin van zuivere ingetogenheid en alles valt op zijn plek omdat hij de bezieling van oude folk en blues voelt. Hij kent de rand van de afgrond door ondermeer een drugsverslaving en het verlies van zijn zoon. Hij drukt zich gewoon uit met een gitaar en dat verveelt geen moment. Hij wisselt zo nu en dan van gitaar en soms komt er een mondharmonica bij. Hij grapt over liefdesliedjes, het ongeduld van een paar fans die net iets te vaak om 'Copperhead Road' vragen ("Of course I’m gonna play that, but that's in the end of the show, in the adult part, but you'll be asleep by then"). Hij is goed gestemd. Maar vooral is de muziek, zijn stem en de teksten van erg hoge kwaliteit, voor een man alleen. Het is blues en met spannende ritmes worden zijn verhalen over een mijnbouwramp, liefde en verlies ontrafelt. Er zit rock en roll in 'You’re the Best Lover I ever had' en het verhaal van Tommy Davies wordt hartverscheurend vertolkt als hij daarna in de song ook nog de namen noemt van andere slachtoffers van de mijnbouwramp. Hij zucht, gromt. De muzikant moet als een onderzoeker te werk zijn gegaan alvorens hij er een plaat over heeft gemaakt (‘Ghosts of West Virginia'). De vertolking van zijn leraar Jerry Jeff Walker’s ‘Mr. Bojangles' laat eveneens een openhartig kwetsbaar zanger horen. 't Is gewoon prachtig. "Cocaine, can I kill my pain, whiskey got no hold on me” zingt hij even later in een bijna mantra achtige blues. 

'Transcendental Blues’ krijgt een adembenemend mooie jas met een gitaargeluid wat klinkt als een sitar. We missen even de band bij 'Gallway Girl' en 'Copperhead Road' wat komt omdat de vette drums en volle gitaren wel in je oren zitten maar Steve speelt enkel alles zelf. Neemt niet weg dat de nummers overeind blijven. Hij speelt gepassioneerd en heeft geen band nodig. We treffen één minder nummer en dan is de absolute climax een persoonlijk relaas van een personage wat in de gevangenis zit, een persoon vermoord heeft en zijn wandel naar zijn laatste minuten beschrijft. De eenzaamheid is ijzingwekkend koud zoals Earle het omschrijft en bezingt. En als hij afsluitend in 'Jerusalem' zingt ”Maybe I’m only dreaming, maybe i’m just a fool, but i don't remember learning how to hate in Sunday school”, dan zijn we bijna gebroken. Meerdere artiesten zingen dit nummer terwijl aanvankelijk iedereen zei dat hij schreef over een hopeloze zaak.

We zijn eigenlijk omvergeblazen, terwijl Earle daar maar alleen staat met zijn gitaar. Het gaat ergens over, echte liefdes, echte oorlog en echte mensen verhalen. Als geen ander is hij de stem, en hij spreekt de juiste taal en raakt de juiste snaar.

© Marten Siegers

Marten Siegers
Recensent