Sophie Straat in Simplon, 22-04-2022

Sophie Straat Meen 't

 

Het knusse benedenzaaltje van Simplon vult zich druppelsgewijs met voornamelijk jongelui met een been in de jaren ‘80. Fletse blousjes, leggings met print, getoupeerd haar en figuranten uit Dexy's and the Midnight Runners’ 'Come On Eileen'. Gewoon met een pot bier in je handen pal voor het podium relaxed wachten op wat komt, of lekker binnen anderhalve meter met je vriendinnen kletsen. Het is een vrije plek.

Ook in jaren ‘80 stijl zijn de looks en moves van de bassiste van Max Hell. Ze lijkt ontsnapt uit de videoclip van Robert Palmer’s 'Addicted to Love'. Samen met drie andere eveneens jonge muzikanten spelen ze serieus hun set. Het zijn fraaie loopjes en riffs in aanstekelijke tracks die bij voorkeur heel abrupt eindigen. Pop met punkpoeder; opzwepende sprongetjes hier en daar en schreeuwen vanuit de onderbuik. In 'Sunboy' laat Max Hell horen dat ze een track ook kunnen opbouwen. De zanger in gele overall gaat aan het einde een cover doen. In het Nederlands klinkt hij als een serieuze volwassen volkszanger en de lagen die hij aanbrengt in "Zing Vecht Huil Bid Lach Werk en Bewonder' (van Ramses) zijn briljant. Het geschreeuwde accent op "Huil" bewijst dat de man in de song zit alsof hij ‘t zelf geschreven heeft.

Het Amsterdamse Sophie Straat lijkt een circuskaravaan. Zo trots en uitgedost. Een feestje om te zien. Als er deze avond een Opel Manta op het Boterdiep geparkeerd staat dan weet ik van wie die is. Het is net als het publiek een bonte mix van jaren ‘80 styling, maar wel met tattoos en niet te vergeten een elfenjurk. Sophie Straat trekt van leer over allerlei thema's in de liedjes en in de verhalen tussendoor. Ze geeft af op ecologische Amsterdammers die vinden dat je allemaal een bakfiets moet hebben, agenten die demonstranten slaan en veroordelingen over geaardheid en sekse in de voetballerij. Over de hele linie is ze iets minder heftig dan de keer dat we haar op Vicefest zagen (9/10/21). Zou dat komen omdat ze nu een wat kalmere basis heeft (een huis) of profiteert van de gevolgen van gentrificatie ("t is niet mijn schuld", eveneens de titel van het album)? Want wat de yuppen meebrengen in de buurt zijn gewoon verdomde goeie koffietentjes.

Daarbij is Sophie Straat ook niet wars van zelfspot en humaniteit. Humaan is ze zeer; een anti ongelijkheidsstrijder pur sang. De opmerking over de betere behandeling van de Oekraïense vluchteling ten opzichte van een random bootvluchteling snijdt hout. Daarmee staat Sophie altijd dicht bij het volk. Elk volk in feite. Ze is een protestzanger, maar met de cocktail van hoop, humor en gin-tonic zing je met een glimlach mee.

De muziek is zeer gevarieerd en wordt erg overtuigend gebracht. Het publiek wiegt mee met Amsterdamse smartlappen, danst mee op een wals en springt over de volle zaallengte op ska. Sophie Straat brengt ons naar een Amsterdamse kroeg in de Pijp waar je nooit meer weg wilt als iedereen mee zingt met 'Mannen'. Het publiek komt met een oorverdovend kabaal na 'Tweede Kamer' en kan niet blijer gemaakt worden met de Hazes klassieker 'Ik Meen 't ', die luidkeels mee wordt gezongen als afsluiter. De band lost de belofte om Amsterdamse gezelligheid te brengen in. Top!

© Marten Siegers